Koolhydraten leveren energie voor jouw lichaam. Koolhydraten is een verzamelnaam voor alle soorten suiker in onze voeding. Koolhydraten zitten in bijna alle producten. Ze zitten vooral in brood, pasta, rijst, aardappelen en peulvruchten maar ook in snacks, zoals koek, gebak en snoep. Koolhydraten zitten ook in fruit en melkproducten.
Er wordt ook wel gesproken over ‘snelle’ en ‘langzame’ koolhydraten. Snelle koolhydraten, ook wel enkelvouwdige koolhydraten genoemd, worden gemakkelijk omgezet tot suikers en komen snel in de bloedvaten van jouw lichaam terecht. Snelle koolhydraten zijn bijvoorbeeld koek, snoep, witte rijst, frites en suikerhoudende frisdranken.
Langzame koolhydraten, ook wel complexe koolhydraten genoemd, worden langzaam opgenomen in jouw lichaam en zorgen voor een langere verzadiging. Producten met langzame koolhydraten zijn bijvoorbeeld groente, magere yoghurt, fruit en volkoren producten zoals volkorenbrood, volkorenpasta of zilvervliesrijst.
Als er koolhydraten gegeten worden, worden deze in het lichaam omgezet in suiker en vervolgens in glucose. De glucose wordt vervoerd naar de bloedbaan, waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt. Bij snelle koolhydraten komt er een enorme stijging van de bloedsuikerspiegel en ook een snelle daling en kan je je daarna moe voelen of juist weer honger krijgen. Bij langzame koolhydraten stijgt de bloedsuiker langzaam en daalt ook weer langzaam tot het normale niveau. Dit proces duurt langer en je bent dan dus langer verzadigd met producten die langzame koolhydraten bevatten.