De belangrijkste functie van onze voeding is het leveren van energie (brandstof) aan ons lichaam. Het lichaam heeft energie nodig om warm te blijven, voor lichamelijke activiteit, voor hersenactiviteit en alle andere lichaamsprocessen. Daarnaast levert voeding ook bouwstoffen die ervoor zorgen dat het lichaam zichzelf kan onderhouden en opbouwen.
Vooral koolhydraten en vetten zijn belangrijke energie leveranciers. Eiwitten zijn de belangrijkste bouwstoffen voor alle weefsels zoals onze spieren, organen, het bloed en onze botten. Daarnaast levert eiwit ook energie.
De officiële maat voor warmte energie is joule. In voeding wordt er vaak gesproken over ‘calorie’ (cal). 1 calorie is de hoeveelheid warmte die nodig is om 1 gram zuiver water 1 graad Celsius te verwarmen. Dit is erg weinig. Daarom maken wij vaak gebruik van de maat kilocalorie (kcal). Soms gebruikt men de maatstaaf calorie in plaats van kilocalorie. Wanneer iemand het heeft over een dieet van 1500 calorieën bedoelt men vaak kilocalorieën.
De hoeveelheid energie (kcal) die een product levert noemt men de energetische waarde. Dit is de totale energie van de eiwitten, vetten, koolhydraten, mineralen en vitamines samen in een voedingsmiddel. Eiwitten en koolhydraten leveren 4 kcal per gram en vet levert 9 kcal per gram. Vetten leveren dus ruim twee keer zoveel energie.
Om de energetische waarde van een product of jouw dagvoeding te berekenen moet je dus weten hoeveel eiwitten, koolhydraten en vetten deze bevat. Vervolgens wordt het aantal gram vermenigvuldigd met het aantal kcal per gram
Rekenvoorbeeld: iemand heeft op een dag 80 gram eiwit, 275 gram koolhydraten en 60 gram vet gegeten.
80 gram eiwit x 4 = 320 kcal
275 gram koolhydraten x 4 = 1100 kcal
60 gram vet x 9 = 540 kcal
De energetische waarde van deze dagvoeding komt daarmee uit op 1960 kcal.
Je kan dus nooit stellen dat je van vet eten dik wordt of dat koolhydraten ‘dikmakend’ zijn. Voor de energetische waarde geldt dat wanneer je meer energie (kcal) binnen krijgt dan je verbruikt, jouw lichaamsgewicht toeneemt. Elke kcal telt, of hij nou afkomstig is van eiwit, vet of koolhydraten.
De Nederlandse gezondheidsraad heeft vastgesteld hoeveel iedereen van de verschillende macronutriënten (eiwit, vet en koolhydraten) zou moeten binnenkrijgen. Dit wordt niet uitgedrukt in kcal, maar in energieprocenten %. Energieprocent is het aandeel dat een voedingsstof levert aan de totale energie-inname. Tien procent vet bijvoorbeeld, betekend dat 10% van de totale hoeveelheid kcal afkomstig is uit vet.